Kleiboer
m. (-en), 1. op de klei wonende boer; 2. eigenaar van een kleigroeve.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
boer op kleigrond. iemand die boert op kleigrond; boer die op kleigrond woont en werkt. Voorbeelden: Ze stalen het land van de kleine boeren, gooiden de pachters van hun grond, dwongen de kleiboeren - fabrieksarbeiders - pachtboertjes - om voortaan alleen vlas voor de textielindustrie te verbouwen, niets anders: elk ander gewas werd...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
kleiboer - Zelfstandignaamwoord 1. (landbouw) boer wiens landbouwgrond voornamelijk uit kleigrond bestaat Woordherkomst samenstelling van klei en boer
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: