Wat is de betekenis van klapgozer?

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

klapgozer

(1926) (Barg.) souteneur die de bezoekers berooft. • Maar David, De Koning en Bleeke Henk hadden meegeroepen met wie het luidst schreeuwden: — Dat was d'r geentje van ons, da's een vuile Moffrikaander, soo'n stinkende klapgooser ') die hier de boel voor ons verpeste; kijk naar de krante, „DeTelegraaf" die hep 'et self geschrefe. (B...

2025-07-27
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

klapgozer

pooier die een hoerenloper berooft In 1926 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. De beroving vond plaats in een zogenoemde klapper (zie verder aldaar). • ‘Dat was d’r geentje van ons, da’s een vuile Moffrikaander, soo’n stinkende klapgooser die hier de boel voor ons verpeste.’ ¶ Benno Stokvis, De moord in de Spuistraat...

Gerelateerde zoekopdrachten