Klanknabootsing
v. (-en), (taalk.) 1. onomatopoësis, vorming van woorden door natuurgeluiden na te bootsen; 2. klanknabootsend woord, onomatopee, zoals miauwen, hinniken, rommelen, ratelen ; (dichtk.) het nabootsen van zeker geluid in gehele zinnen, als: de donder davert enz.