Klamp
I.m. (-en), 1. (timm.) houten belegstuk om planken, schroten, latten enz. bij elkaar te houden of meerder stevigheid te geven: een klamp op de bodem van een vat: een deur met klampen; — houten belegstuk over naden, kieren, reten enz. gespijkerd om deze te dichten; — in ’t alg. een latje of houtje dat over enige zaken...