Kippig
bn. (-er, -st), bijziende, kortzichtig: hij is zo kippig, dat hij de mensen aan de overkant van de straat niet kan herkennen.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. (-er, -st), bijziende, kortzichtig: hij is zo kippig, dat hij de mensen aan de overkant van de straat niet kan herkennen.
Marc De Coster (2020-2025)
(18e eeuw) (inf.) bijziend. • 'Ben je kippig? Verziend?' vraagt hij. (Johan Fabricius: Mario Ferraro's ijdele liefde. 1929) • .... maar hij zag Erik niet met die dikke brilleglazen van hem, want hij is zo kippig als een... een... nou ja, hij is hartstikke kippig. (Evert Hartman: Morgen ben ik beter. 1987) • Hoe komt het dat zoveel...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
kippig - Bijvoeglijk naamwoord 1. iemand die kippig is, is bijziend ♢ Een kippig persoon kan kleine dingen op een kleine afstand heel goed en scherp zien en dat is voor een muggenzifter heel handig. ♢ „maar dit is alleen voor de volwassen kijkers” – die een poesje b...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. (-er, -st), bijziend: hij is zo —, dat hij de mensen aan de overkant van de straat niet kan herkennen.
J.H. van Dale (1898)
KIPPIG, bn. (-er, -st), bijziende, kortzichtig: hij is zoo kippig, dat hij de menschen aan den overkant der straat niet kan herkennen. KIPPIGHEID. v. kortzichtigheid.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: