Wat is de betekenis van kippekoorts?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kippekoorts

v., pip; (fig., van mensen) zenuwachtige opgewondenheid.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kippekoorts

v. (koortsaanval, -vlaag; ziekte, zoals de kippen hebben, naam voor een denkbeeldige ziekte bij de mensen): ik wou je kreeg de kippekoorts, zwakke verwensing.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kippekoorts

v. (-en) 1. Eig. koorts bij een kip. 2. Metf. opgewonden, denkbeeldige ziekte.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kippekoorts

v./m., pip; (fig. van mensen) zenuwachtige opgewondenheid.