Wat is de betekenis van Kip (iemand grijpen)?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kip (iemand grijpen)

tw., in de uitdr. kip! ik heb je, uitroep wanneer men iets grijpt, pakt, iem. vangt, ook in zijn redenering.