Wat is de betekenis van Kip (hoepeltje)?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kip (hoepeltje)

v. (-pen), 1. stokvishoepeltje; 2. een kip stokvis, een pakket in zo’n hoepel (50 pond); vroeger ook: een kip huiden;een kip tin, 18% kg; — krat: een kip sinaasappelen.