Wat is de betekenis van kijkdoos?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

kijkdoos

1) (1995) (inf.) kijklustige; nieuwsgierige. • Op zaterdagavond bijvoorbeeld komen de 'kijkdozen', de mensen uit de provincie die een dagje winkelen in de grote stad afsluiten met een etentje bij mij, die ongelikte en ongemanierde kookgek van de televisie. (Elsevier, 04/03/1995) 2) (1993) (sch.) vagina. • Hanny (36) is ni...

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kijkdoos

kijkdoos - Zelfstandignaamwoord 1. een doos of schoenendoos als knutselwerk waarin een voorstelling van figuurtjes is gemaakt, op een zodanige manier dat deze te bekijken is door een gat in de zijkant van de doos Weet je nog toen je vroeger een kijkdoos maakte? Met wat geknutsel en geverf kon je een kleine,...

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)