Wat is de betekenis van kifteling?

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

kifteling

(1927) (Barg.) ruziemaker. Wellicht een bedenksel van Louis Davids. Kijk ook onder kift* en kiften*. Een ruziemaker wordt in de volkstaal ook genoemd: hassebasser*; krabbendraaier*; linkmiegel*; ophakker*of een pleitvogel*. • Een brok kifteling floot telkens op een fluitje, En dan riep hij hands, penalty of free kick. (Louis Davids: De Voetb...

2025-07-25
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

kifteling

ruziemaker. Kift is een Bargoens woord voor ‘herrie, ruzie.’ Een brok kifteling floot telkens op een fluitje, En dan riep hij hands, penalty of free kick. (Louis Davids, De Voetbalmatch, 1927)

Gerelateerde zoekopdrachten