kifteling
(1927) (Barg.) ruziemaker. Wellicht een bedenksel van Louis Davids. Kijk ook onder kift* en kiften*. Een ruziemaker wordt in de volkstaal ook genoemd: hassebasser*; krabbendraaier*; linkmiegel*; ophakker*of een pleitvogel*. • Een brok kifteling floot telkens op een fluitje, En dan riep hij hands, penalty of free kick. (Louis Davids: De Voetb...