Wat is de betekenis van Keule?

Van Dale Uitgevers (1950)

Keule

v., volksn. van het bonenkruid.

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

knots; dijbeen, bout; achterpoot; (= Froschkeule) kikkerbilletje.

M. J. Koenen's (1937)

v. (bonenkruid; Lat. satureja hortensis); gew. keune.

Jozef Verschueren (1930)

('keulə) v. [Lat. conila] bonenkruid.

J.H. van Dale (1898)

KEULE, v. (plantk.) toekruid, boonenkruid.

I.M. Calisch (1864)

Keule, v. gmv. (plant.) toekruid, boonenkruid.

Cornelis Kiliaan (1573)

Cunila, satureia, thymbra herba.

Lees verder

Unieboek | Het Spectrum (2025)

...

Premium Werk

Gerelateerde zoekopdrachten