Keukendoek
m. (-en), handdoek in de keuken; vaatdoek.
Wiktionary (2019)
keukendoek - Zelfstandignaamwoord 1. (huishouden) handdoek voor in de keuken ♢ Snijd de aardappels in dikke plakken van 5 mm. Snijd de aardappelplakken in repen van 5 mm dik. Leg de frieten in een vergiet en spoel onder koud stromend water het zetmeel eraf. Verhit een frituurpan met olie tot 140 graden. Als j...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J. van Donselaar (1936)
(de, -en), 1. handdoek in de keuken. Waar is die doek? Oh, ik heb die baddoek in me handen. Ik had gedacht het was een keukendoek (Cairo 1976: 64). 2. theedoek, droogdoek. - Etym.: In beide bet. een doek die in de keuken wordt gebruikt. In veroud. AN: bet. 2. Zie ook: bordlap, handdoek, baddoek.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: