Wat is de betekenis van Kersepit?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kersepit

v. (-ten), 1. pit van een kers; 2. (gemeenz.) hoofd, kop : iem. op zijn kersepit slaan.

2025-07-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Kersepit

(Barg.) hoofd

2025-07-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kersepit

s., kersestien, -pit.

2025-07-27
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

kersepit

hoofd.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kersepit

v. -pitten (fig. hoofd van een mens).

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kersepit

('kersə) v. (-ten) 1. Eig. pit, steen van een kers. 2. Metf. Scherts, hoofd : hoe krijg je 't in je ?.

2025-07-27
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

kersepit

kersepit - m., (argot) hoofd.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kersepit

KERSEPIT, v. (-ten), pit eener kers; (gemeenz.) hoofd, kop iem. op zijn kersepit slaan; ...STEEL, m. (...stelen); ...STEEN, m. (-en); ...TAK, m. (-ken).

Gerelateerde zoekopdrachten