Wat is de betekenis van Kerkdag?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kerkdag

m. (-en), dag waarop er kerkdienst is; (R.-K.) dag waarop de gelovigen verplicht zijn een mis te horen.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kerkdag

('kerq) m. (-en) dag waarop kerkdienst gehouden wordt.

2025-07-24
Beknopt kerkelijk handwoordenboek

M.C. Nieuwbarn O.P. (1910)

Kerkdag

dag, waarop men de h. mis moet aanhooren. Zie: Feestdagen.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kerkdag

KERKDAG, m. (-en), (R.-K.) dag waarop de geloovigen verplicht zijn eene mis te hooren; ...DAK, o. (-en); ...DEUR, v. (-en); ...DIEP", m. (...dieven), kerkroover; ...DIEFTE, v. (-n), (Zuidn.) kerkdieverij; ...DIENST, m. eeredienst in de kerk, inz. op vastgestelde tijden; ...DIEVERIJ, v. (-en), kerkroof; ...DORP, o. (-en), dorp, dat eene...

Gerelateerde zoekopdrachten