Keffer
m. (-s).
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
keffende hond. kleine hond die vaak, druk en hinderlijk keft; keffende hond. Voorbeelden: Nu eens kleine keffers met rode strikjes in het haar; dan weer grote, trage honden, net als hun bazinnen in dikke bontmantels gehuld en met diep in de ogen getrokken ijsmutsen waar ze net onderuit konden kijken. A.F.Th. van der Heijden, De ta...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc De Coster (2020-2025)
(W.O. I) (Vlaanderen, sold.) artilleriegeschut. • Keffer. Vl. voor Belgisch 75 mm. veldkanon. Klanknabootsend. (Tony R. De Bruyne: Soldatentaal 1914-1918. 1994) • In hun groepstaal praatten de Vlaamse soldaten over hun dagelijkse leven aan en achter het front. Ze hadden eigen, meestal minachtende woorden voor soldaten en officieren, voor...
Wiktionary (2019)
keffer - Zelfstandignaamwoord 1. klein hondje dat hinderlijk veel blaft ♢ Hond en ik vervolgden onze weg. Twee keer kwamen we collega’s tegen. De eerste keer twee boxers waar mijn keffer geweldig tegen tekeer ging, daarna een labrador die het ook woest moest ontgelden. Om onduidelijke redenen denkt onz...
J.H. van Dale (1898)
KEFFER, m. (-s), klein boosaardig hondje; — (fig.) kijver, blaffer; — iem. die een ander op hoogen, kijvenden toon bedilt; — iem. die met nietsbeduidende aanmerkingen voor den dag komt en daarmede de tegenpartij wil bestrijden. KEFFER, m. (-s), KEFSTER, v. (-s), die veel keft, veel babbelt.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: