Kéa / kéa
I. Kéa of Keja in de zegsw.: een huishouden van Kéa of Keja, een huishouden van Jan Steen. II. kéa (nestor) m. kea’s (papegaai in N.-Zeeland, die schapen aanvalt en geheel roofvogel is geworden).
M. J. Koenen's (1937)
I. Kéa of Keja in de zegsw.: een huishouden van Kéa of Keja, een huishouden van Jan Steen. II. kéa (nestor) m. kea’s (papegaai in N.-Zeeland, die schapen aanvalt en geheel roofvogel is geworden).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: