Wat is de betekenis van kasteren?

2025-07-28
Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

KASTEREN

gehucht in de Noordbrabantse gemeente Liempde. De naam kan zijn afgeleid van het Latijnse Castra, legerplaats, of Castrum, versterkte plaats. Vermoedelijk heeft het zich ontwikkeld uit een herengoed op de noordelijke oever van de Dommel. Vooral bekend om zijn Groot Duyfhuis en de duiventoren uit 1661; de eeuwenoude waterradmolen brandde in 1960 af....

2025-07-28
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

kasteren

(kasterde, is gekasterd) garstig, ranzig (gaster, kaster) worden. Zie Cairo 1978b: 358. Etym.: Zie kaster. Syn. gasteren.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Kasteren

(Joannes van) Nederlands bijbelexegeet, ° 10 jan. 1855 te Schijndel, jezuïet, † 15 sept. 1918 te Maastricht. ➝ godgeleerdheid.