Kasteelheer
m., heer van een kasteel, die op het kasteel woont.
Muiswerk Educatief (2017)
kasteelheer - zelfstandig naamwoord uitspraak: kas-teel-heer 1. eigenaar van een kasteel die daar ook woont ♢ de kasteelheer ontvangt onze groep voor een excursie Zelfstandig naamwoord: kas-teel-heer de kasteelheer...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: