kasperen
(1927) (Barg.) copuleren. Door Moormann in 1927 opgetekend in Weert (België). • Kasperen: coïre (zie flikken, pieren). (Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 46. 1927: Bargoensch uit het begin van de twintigste eeuw) • Kasperen: gemeenschap plegen. Kasperment: zwangerschap. Een kasperment flikken: zwanger...