Wat is de betekenis van Kashouder?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kashouder

m. (-s), (w. g.) kassier.

2025-07-27
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Kashouder

houder van een zilverkas, zilververkoper met een winkel aan huis, een Oudhollandse term die in de 18de eeuw in onbruik raakte. Kashouders waren dikwijls zelf ook zilversmid.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kashouder

m. kashouders (kassier; ook: iem., die een winkel houdt met uitstalkas van goud- en zilverwerken).

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kashouder

in. (-s) kassier; (ook) winkelier in goud- en zilverwerken.

Gerelateerde zoekopdrachten