Wat is de betekenis van Kapiteel?

o. (...telen), (bouwk.) bovendeel, bekroning van een zuil, pilaar of pilaster, die in ’t algemeen iets draagt en in zijn vorm en bewerking een kenmerk vormt voor verschillende bouworden : Dorisch, Ionisch, Korintisch, Egyptisch kapiteel'.

bovenstuk van een zuil. bovenste deel van een zuil dat de daaropliggende constructie draagt en vaak fraai wordt uitgewerkt als bouwornament. Voorbeelden: Deze 'vercierselen' werden meestal op verschillende onderdelen van gebouwen aangebracht. Die bouwkundige onderdelen waren: basementen, pilaren, kapitelen, architraven, con...

kapiteel - Zelfstandignaamwoord 1. het bovenstuk van een zuil ♢ Het kapiteel was mooi versierd.

Bekroning van een zuil, pijler of pilaster, waarop het hoofdgestel rust. In de klassieke architectuur is aan het kapiteel te zien om welke orde het gaat: Toscaans, Dorisch, Ionisch, Corinthisch of composiet. Zie klassieke bouworden.

Een kapiteel is in de bouwkunst het bovenste gedeelte van een zuil, pijler of pilaster; de verbreding van de zuil door het kapiteel heeft als functie het dragen van dwarsbalken of architraven; aan de kapitelen is de bouworde herkenbaar.

[Lat. capitellum, verklw. van caput, capitis = hoofd] bovendeel van een zuil.

bovendeel van een zuil

kapiteel - De bovenste delen van zuilen, pijlers en pilasters.

afdekking of bekroning van een zuil, naar boven toe breder uitlopend om een breed steunvlak te hebben voor de daarop rustende last van muren of bogen. De kapitelen verschillen in vorm en versiering al naar de verschillende stijlperioden.