Wat is de betekenis van kampernoelie?

2025-07-29
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

kampernoelie

champignon Zie je de gelijkenis? Kamperfoelie-duivelsklauw en kampernoelie-paddestoel. Allebei hebben ze iets met geheimzinnigheid en hekserij te maken. (Louis Paul Boon, Eten op zijn Vlaams) Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 1 Vlaamsheid: 2

2025-07-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Kampernoelie

(kampernoelje) paddestoel (vero.); champignon

2025-07-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

kampernoelie

sampioen.

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kampernoelie

v. kampernoelies (o.-Fr. champagneul: zwam, [eetbare] paddenstoel; Lat. psalliota campestris): de kampernoelie groeit in tuin en weiden.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kampernoelie

(kampər'noeli) v. (–s) [Fr. < Lat. campus, veld, veldzwam] (eetbare) paddestoel.

2025-07-29
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

kampernoelie

kampernoelie zn. (BN) 'champignon' categorie: leenwoord Mnl. compernoel 'paddestoel, zwam' [ca. 1330; Claes 1994a], campernoele [1351; MNW]; vnnl. campernoellien (mv.) [1534; Claes 1994a], campernoeille [1573; Thes.]. In het bijzonder 'eetbare paddestoel' [1621; WNT] of nnl. 'champignon' [19e e...

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kampernoelie

KAMPERNOELIE, v. eene soort van eetbaren paddenstoel, welke tot de natuurlijke groep der zwammen behoort.

2025-07-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)