Wat is de betekenis van kakmaker?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kakmaker

m. (-s), (plat) druktemaker, pocher.

2025-07-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

kakmaker

(17e eeuw) (inf.) druktemaker; windbuil. Reeds bij P.C. Hooft & S. Coster (Warenar. 1617). Verder nog bij o.a. Boekenoogen en Schuermans. ‘Veel kak maken’ betekent: veel drukte maken. • Het is een kakmaker. (P.J. Harrebomée: Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal. 1858-1862) • Het eerst lid van kakmaker (snoever)...

2025-07-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kakmaker

kakmaker - Zelfstandignaamwoord 1. (scheldwoord) druktemaker Woordherkomst samenstelling van kak en maker

2025-07-23
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

kakmaker

druktemaker; windbuil. Wat een kakmakerl Reeds bij Boekenoogen en Schuermans. Veel kak maken betekent ‘veel drukte maken’.Jan Greshoff, ‘ook zoo'n rotvent en kakmaker, aan wie de aanmatiging zyn broekspijpen uitloopt’, (de Volkskrant, 24/10/1997)

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kakmaker

KAKMAKER, m. (-s), (plat) druktemaker, pocher, praalhans.