Kakmaker
m. (-s), (plat) druktemaker, pocher.
Marc De Coster (2020-2025)
(17e eeuw) (inf.) druktemaker; windbuil. Reeds bij P.C. Hooft & S. Coster (Warenar. 1617). Verder nog bij o.a. Boekenoogen en Schuermans. ‘Veel kak maken’ betekent: veel drukte maken. • Het is een kakmaker. (P.J. Harrebomée: Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal. 1858-1862) • Het eerst lid van kakmaker (snoever)...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
kakmaker - Zelfstandignaamwoord 1. (scheldwoord) druktemaker Woordherkomst samenstelling van kak en maker
Marc de Coster (2007)
druktemaker; windbuil. Wat een kakmakerl Reeds bij Boekenoogen en Schuermans. Veel kak maken betekent ‘veel drukte maken’.Jan Greshoff, ‘ook zoo'n rotvent en kakmaker, aan wie de aanmatiging zyn broekspijpen uitloopt’, (de Volkskrant, 24/10/1997)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: