kakkineus
(1948) (inf.) bekakt; verwaand; gemaakt deftig. • Zonder Jany op den achtergrond, zou ik dien mijnheer De Blécourt houden voor een nogal kakkineus iemand die naar een verward ‘overluchtse’ levensconceptie tracht te leven.... (Libertinage. Jaargang 1. 1948) • Het geleuter van Nijhoff - kakkineus en bot tegelijk - heeft...