Kakkerij
v., (plat) 1. buikloop, diarrhee: aan de kakkerij zijn, loslijvig zijn ; 2. drukte, brani.
Van Dale Uitgevers (1950)
v., (plat) 1. buikloop, diarrhee: aan de kakkerij zijn, loslijvig zijn ; 2. drukte, brani.
Marc De Coster (2020-2025)
1) (1588) (plat) buikloop, diarree. 'Aan de kakkerij zijn': veel ontlasting hebben. Zie ook: racekak*; schijterij*; slingerschijt*; vliegende* spetter. • De hier heerschende ziekten bestaan grootendeels in de kakkerij! (Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1830) • (Pieter Weiland: Nederduitsch letterkundig woordenboek. 1845) •...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)
opgeblazenheid, pedanterie: Open, eerlijk en gewoon doen tegen een ander. Daar blijf je je, bij alle kakkerij tegen jou, toch het beste bij voelen, BOTING2 34.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: