Kadodder
m. (-s), (Zuidn.) 1. klein of onbenullig persoontje; 2. spotnaam voor clericaal.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), (Zuidn.) 1. klein of onbenullig persoontje; 2. spotnaam voor clericaal.
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (Vlaanderen, scheldw.) klerikaal; christendemocraat; aanhanger van de katholieke partij. Variant: kadoteraar. Synoniemen zijn o.a. japneus*; kattenkop* en tsjeef*. Het woord slaat echter ook op een klein, ineengedrongen mannetje (o.a. bij Amaat Joos: Waas Idioticon. 1900 en bij G. Gezelle, Loquela. 1881). Mogelijk is er dan een verband m...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc de Coster (2007)
(in Vlaanderen) klerikaal of lid van de katholieke partij (vroeger CVP, thans CD&V). Variant: kadoteraar. Syn.: kattenkop; tsjeef.Legijn en zijn zuster waren gekend voor twee vrekkige kadoteraars die nooit gesmijkt of gesmeerd hadden, maar geleefd en geraveld, aperig als toppers in al hun doen, met dat éene gedacht: om in hun ouden d...
J.H. van Dale (1898)
KADODDER, m. (-s), (Zuidn.) klein onbenullig persoontje; — ook spotnaam voor Katholiek.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: