Wat is de betekenis van kaarsepan?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kaarsepan

v. (-nen), (Zuidn.) blaker.

2025-07-28
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

kaarsepan

Lage kandelaar met brede, platte voet, voorzien van een oor of handvat; blaker. Hij stond voor me in broek en hemd en met een keersepanneke in zijn hand, CLAES 1960, 48. Ik zie ons nog naar boven trekken ..., vader met het keersepanneken achteraan, en ik op zijn rug, LIA TIMMERMANS 1962, 14. Het simpelste was de moeite waard om getekend te worden...

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kaarsepan

v. -pannen (Z.-N. blaker); kaarsepit, v. -pitten (pit ener kaars); kaarsesnuiter, m. -s (schaar met bakje of huisje aan een der bladen).

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kaarsepan

v. (-nen) blaker.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kaarsepan

v. (-nen), (gew.) blaker.

Gerelateerde zoekopdrachten