Wat is de betekenis van Kaapsch?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kaapsch

KAAPSCH, bn. van de Kaap (de Goede Hoop); een Kaapsche ezel, zebra; Kaapsche schildpad, zonneschild pad; Kaapsche wijn, waaronder Constantia de beste is; — Kaapsch Hollandsch, Zuidafrikaansch.