Wat is de betekenis van junidag?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Junidag

m. (-en).

2025-07-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

junidag

dag in juni. dag in juni. Voorbeelden: Vanuit deze opvang, waar hij als crimineel verslaafde onder dwang was opgenomen, mocht hij, resocialiserend, naderhand soms een dagje met verlof. Op een junidag in 2011 kreeg hij van de inrichting een fiets te leen, waarmee hij naar het iets verderop gelegen stadje van zijn ouders karde. http...

Gerelateerde zoekopdrachten