jumping
(zelfstandig naamwoord) [alg.] springruiterij; springen, springconcours - Bij springen moet de ruiter op zijn paard een hindernisparcours binnen een bepaalde tijd afleggen.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [alg.] springruiterij; springen, springconcours - Bij springen moet de ruiter op zijn paard een hindernisparcours binnen een bepaalde tijd afleggen.
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
springwedstrijd voor paarden Kijk eens naar een jumping op tv. Een getraind paard dat weet wat van hem verwacht wordt, springt over de hindernissen en ineens stopt het en weigert totaal onverwacht en onvoorzien, meestal met een val van de ruiter tot gevolg. (André De Zutter, De astmamythe) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal G...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: