Wat is de betekenis van jumping?

2025-07-24
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

jumping

(zelfstandig naamwoord) [alg.] springruiterij; springen, springconcours - Bij springen moet de ruiter op zijn paard een hindernisparcours binnen een bepaalde tijd afleggen.

2025-07-24
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

jumping

springwedstrijd voor paarden Kijk eens naar een jumping op tv. Een getraind paard dat weet wat van hem verwacht wordt, springt over de hindernissen en ineens stopt het en weigert totaal onverwacht en onvoorzien, meestal met een val van de ruiter tot gevolg. (André De Zutter, De astmamythe) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal G...

2025-07-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Jumping

springconcours

2025-07-24
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Jumping

(Eng., springen), springzucht, tickziekte in Noord-Amerika (Beard).

2025-07-24
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Jumping

(Eng. springen), springzucht, tickziekte in Noord-Amerika (Beard).