Jufferen
(jufferde), (gemeenz.) welstaan voor een juffer: lang en smal, dat juffert wel; een beetje scheef, dat juffert wel, dat is zo erg niet.
Van Dale Uitgevers (1950)
(jufferde), (gemeenz.) welstaan voor een juffer: lang en smal, dat juffert wel; een beetje scheef, dat juffert wel, dat is zo erg niet.
Wiktionary (2019)
jufferen - Werkwoord 1. (inerg) "juf" of "juffrouw" zeggen ♢ Vóor de pastorij veegde Traite zijn voeten af, jufferde tegen de meid en hield zijn schele oogen neêrgeslagen; jufferen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord juffer Synoniemen juff...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
jufferde, h. gejufferd (goed of netjes staan): lang en smal, dat juffert goed; een beetje scheef, dat juffert wel, is zo erg niet.
Jozef Verschueren (1930)
(jufferde, heeft gejufferd) voor een juffer passen : slank en smal, dat juffert goed; een beetje scheef, dat juffert wel, een beetje scheef hindert niet of dat is niet zo erg.
J.H. van Dale (1898)
JUFFEREN, (het jufferde, heeft gejufferd), (gemeenz.) welstaan, net zitten: een beetje scheef, dat juffert (of zwiert) wel, dat is zoo erg niet, dat hindert niet.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: