Joop
jongens- en meisjesnaam, uit Joiian(na) of uit Jozef.
Marc De Coster (2020-2025)
1) (1960+) (jeugd) opvallende leerling. • Joop: Jeugdtaal uit de jaren '60 en '70 voor een 'opvallende leerling. Gaat wellicht terug op een historische figuur? (het Vrije Volk 12/11/1990) 2) (1996) (scheldw.) sulletje. Syn.: watje*. Het is een opvallend fenomeen dat een woord dat eerst een positieve connotatie heeft, later in de jeugd...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
I. v. jopen (de haagdoorn of meidoorn; zijn vruchten; rozebottel; ook: appelsoort, vermoedelijk naar de rode kleur). II. Joop, Jopie. m. (jongensnaamvoor Jozef).
Jozef Verschueren (1930)
(jo:p) v. (jopen) I. Eig. haagappel, de (rode) vrucht van de haag- of van de meidoorn. II. Metn. 1. haagdoorn. 2. meidoorn. III. Metf. [van I] 1. rozebottel. 2. [wsch. wegens de rode kleur] appelsoort. VI. Joop (jo:p) m. (Jopen; Jopie) → Jozef.
J.H. van Dale (1898)
JOOP, v. (jopen), (plantk.) ook JEUPEN, de vruchten van den meidoorn; dorre rozeknop; — zoete grijze joopen, een stoofappel die in Oct. en Nov. goed is.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: