Wat is de betekenis van jonkheer?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Jonkheer

m. (...heren), in Nederl. het praedicaat (geen eigenlijke titel) van iedere overigens niet-getitelde edele, en bij getitelde edelen voor hun doopnaam geplaatst (Jhr.).

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

jonkheer

jonkheer - Zelfstandignaamwoord 1. Dit predicaat wordt gevoerd door de meeste leden van adellijke families. Het duidt aan dat men wel tot de adel behoort, maar geen titel heeft. Het predicaat jonkheer staat vóór de voornaam van de persoon. Woordherkomst samenstelling van jonk en h...

2025-07-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

jonkheer

jonkheer - zelfstandig naamwoord uitspraak: jonk-heer 1. man van adel ♢ deze jonkheer woont op een kasteel Zelfstandig naamwoord: jonk-heer de jonkheer de jonkheren

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

jonkheer

m. -heren (middeleeuwen: nog niet geridderd, adellijk jonkman; praedicaat vóór de voornaam van de getitelde edelen; ook: iedere niet getitelde edele); jonkheerstitel, m. -s.

2025-07-26
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Jonkheer

laagste Ned. adellijke titel.

2025-07-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Jonkheer

Adellijk praedicaat. → Adelsrecht.

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

jonkheer

('jonk) m. (...heren) 1. adellijk jonkman. 2. Uitbr. jonkman van gegoeden huize.

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

jonkheer

m. (-heren), (afk.: Jhr.), in Nederland het predikaat voor die adel, die geen recht heeft op een adellijke titel, zoals ridder, baron, graaf. (e) Het predikaat jonkheer wordt voor de voornaam geplaatst. Oorspronkelijk werd jonkheer of jonker gebruikt ter aanduiding van de oudste zoon van een regerend heer, vervolgens om aan te duiden dat een man to...

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

jonkheer

jonkheer zn. 'edelman zonder verdere titel' categorie: geleed woord Mnl. íunchere 'jonge edelman' [1201-25; CG II, Floyr.], jonchere [1271-72; CG I, 209]; vnnl. jonghheer, jonck-her [1599; Kil.]. Daarnaast mnl. junker [1296; CG I, 2310], joncker [1449; Debrabandere 2003, 659]. Gevormd uit ...