Wat is de betekenis van Jongejaap?

2025-07-22
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

jongejaap

(1969) (sch.) mannelijk lid. Syn.: jongeheer*; de kleine* jongen. • Maar ik heb als lunch twee dozijn oesters gegeten en jongejaap kan weer een paar uurtjes staan. (Jan Cremer: Made in USA. 1969)

2025-07-22
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Jongejaap

Vroeger ter onderscheiding van oudere Japen in de familie, daarna als voornaam zonder meer. Volgens de volkstelling van 1947 waren er nog een aantal op Marken. Vroeger kwamen dergelijke combinaties ook met andere namen voor (Bernet Kempers 1965, 180), vergelijk Jongetrijn Sijmes, Middelie 1651 (Belonje IV, 122).

2025-07-22
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Jongejaap

m Vroeger ter onderscheiding van oudere Japen in de familie, daarna als voornaam zonder meer. Volgens de volkstelling van 1947 waren er nog een aantal op Marken. In oudere tijd ook combinaties met andere namen (Bernet Kempers 1965, 180), vgl. Jongetrijn Sijmes, Middelie 1651 (Belonje IV, 122).

Gerelateerde zoekopdrachten