Wat is de betekenis van Jongedochter?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Jongedochter

v. (-s), ongehuwde jonge vrouw, vrijster; in ambtelijke stijl iedere vrouw die nooit gehuwd geweest is.

2025-07-28
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

jongedochter

ongetrouwde vrouw De biografe gaf zonder blikken of blozen toe dat de hoofdpersoon tussen haar zeventiende en zevenentwintigste gewoon niets had meegemaakt. En die hoofdpersoon was een Victoriaanse oude jongedochter, Beatrix Potter genaamd. (De Morgen) In het Frans: 'jeune fille'. Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 1...

2025-07-28
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

jongedochter

(de, -s) - (oude) jongedochter, ongetrouwde vrouw

2025-07-28
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

jongedochter

Ongetrouwde vrouw; vaak in de verb. ouwe jongedochter. Sam.: jongedochtersnaam, (w.g.) meisjesnaam (gall., naar fr. nom de jeune fille) (Voor gehuwde of gescheiden vrouwen of weduwen jongedochtersnaam vermelden, Taalb. 1974, II, 825).

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Jongedochter

s., (jong)faem, fryster.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

jongedochter

v. -s (ongehuwde vrouw, vrijster; Z.-N. ook: pasgeboren meisje).

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

jongedochter

('dochtər) v. (-s) ongehuwde vrouw.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Jongedochter

JONGEDOCHTER, v. (-s), ongehuwde vrouw.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten