Jongedochter
v. (-s), ongehuwde jonge vrouw, vrijster; in ambtelijke stijl iedere vrouw die nooit gehuwd geweest is.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-s), ongehuwde jonge vrouw, vrijster; in ambtelijke stijl iedere vrouw die nooit gehuwd geweest is.
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
ongetrouwde vrouw De biografe gaf zonder blikken of blozen toe dat de hoofdpersoon tussen haar zeventiende en zevenentwintigste gewoon niets had meegemaakt. En die hoofdpersoon was een Victoriaanse oude jongedochter, Beatrix Potter genaamd. (De Morgen) In het Frans: 'jeune fille'. Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 1...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Walter De Clerck (1981)
Ongetrouwde vrouw; vaak in de verb. ouwe jongedochter. Sam.: jongedochtersnaam, (w.g.) meisjesnaam (gall., naar fr. nom de jeune fille) (Voor gehuwde of gescheiden vrouwen of weduwen jongedochtersnaam vermelden, Taalb. 1974, II, 825).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: