Wat is de betekenis van Johan de Witt?

2025-07-23
Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Johan de Witt

raadpensionaris van Holland: *24.9.1625 (mogelijk 1623) Dordrecht, ✝ (verm.) 20.8.1672 's-Gravenhage; 2e zoon van Jacob de Witt en Anna van den Corput. Advocaat te 's-Gravenhage; 1650 pensionaris van Dordrecht: samensteller van de → Deductie van 30.1.1651; 1653 raadpensionaris van Holland; voorstander van de ‘ware vrijheid* (&r...

2025-07-23
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Johan de Witt

(1625-1672), Ned. staatsman. Advocaat, 1650 pensionaris van Dordrecht. 1653 raadpensionaris van Holland. Leider van de Staatsgezinden, de z.g. Loevensteinse factie. Buitengewoon bekwaam, met Oldenbamevelt de grootste staatsman der Republiek. Onkreukbaar en rechtschapen, krachtig en doortastend („jongens van Jan de Witt”). Wist de 1e Eng...

2025-07-23
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Johan de WITT

Nederlands staatsman (Dordrecht 24 Sept. 1625 -’s-Gravenhage 20 Aug. 1672), jongste zoon van de voorgaande, studeerde te Leiden in de rechten en oefende zich tevens in de Cartesiaanse wiskunde. Na het voleindigen van zijn studie volbracht hij met zijn broeder een reis door Frankrijk en Engeland en promoveerde met Cornelis te Angers in de rech...