Wat is de betekenis van Joha?

2025-07-29
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Joha

1) een afstammeling van Benjamin; I Chron. 8: 16. 2) een van David's helden; I Chron. 11: 45.