Wat is de betekenis van joego?

2025-07-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Joego

(1944) (inf.) aanvankelijk neutrale benaming voor een Joegoslaaf; later van toepassing op een Joegoslavische crimineel. De huidige beeldvorming is die van een moordzuchtige psychopaat uit de Balkan die tegenstanders uit de onderwereld genadeloos 'omlegt' (zie citaat Nieuwe Revu, 07/09/2005). De joegomaffia is een criminele organisatie met aan het...

2025-07-23
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

joego

Joegoslaaf. De huidige beeldvorming is echter die van een moordzuchtige psychopaat uit de Balkan die tegenstanders uit de onderwereld genadeloos ‘omlegt’. De volgende dag doet brigadier Ad ten Velden, die goed in de ‘Joego’s’ zit, op de werkbespreking verslag. (Haagse Post, 14/03/1987) Maar wat de Joego’s met di...

2025-07-23
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Joego

Joego, - informele afkorting van Joegoslaaf. Vnl. jeugdtaal → Paki. ... brigadier Ad ten Velden, die goed in de ‘Joego’s’ zit... Haagse Post, 14-03-87 Het resultaat zou een ondergrondse novelty-hit kunnen zijn onder het motto: Joego-A-Gogo. Oor, 18-04-87 Volgens ingewijden schrikken de ‘Joego’s’ niet terug voor risico’s. NRC Handelsblad, 20-08-93