jesses
(1809) bastaardvloek; uitroep van verbazing. Variant van jasses*. Verbastering van de naam Jezus. • Jesses, sjesis, jakkig! (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel I. De sociologische structuur der Nederlandsche taal. 1913, de studententaal) • Jezus werd verminkt tot je, jemine, jasses, jesses, jakkes; sakkerloot en sap...