Jatter
m. (-s), dief, gapper.
Marc De Coster (2020-2025)
1) (1933) (Barg.) dief. Afgeleid van het werkwoord jatten*. • Jatter: dief. (Eigen volk: tweemaandelijksch tijdschrift voor de volkskunde van Groot-Nederland. 1933) • Het leven der jongens van de vlakte in Groot Mokum of der mees du milieu in Panam speelt zich immers op vrijwel analoge wijze af en draait om dezelfde dingen: aan splint z...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: