Jatslag
m., diefstal.
Marc De Coster (2020-2025)
(1932) (Barg.) diefstal. • Jatslag, diefstal. Ik weet nog jofele jatslag of toffe gannefschore, ik weet nog fijne dingen om te stelen. (J.G.M. Moormann: De geheimtalen. 1932) • (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • (Paul Van Hauwermeiren: Bargoens zakwoordenboek. 2011)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: