jatschore
(1929) (Barg.) gestolen goed. • Denk erom, het is “jatschore”. (Voorwaarts, 10/04/1929) • (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • Hij leek van de gebroeze dat jatschore, vieze plaatjes en ‘gouden’ horloges aan de man probeert te brengen in nachtclubs. (Jan Cremer: Ik Jan Cremer. Tweede boek. 1966) •...