Wat is de betekenis van Japhet?

2025-07-25
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Japhet

Zie Jafet

2025-07-25
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Japhet

derde zoon v. Noach; nakomelingen, de Japhetieten, vermoedelijk de latere Indo-Germanen.

2025-07-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Japhet

Zoon van Noë, werd wegens zijn eerbiedig gedrag tegenover zijn dronken vader door dezen gezegend (Gen. 9.18-29).

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Japhet

(‘ja:fet) derde zoon van Noë, die hem zegende als stamvader van een grote nakomelingschap nl. der → Japhetieten.

2025-07-25
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Japhet

Japhet was volgens de Bijbelsche overlevering de derde zoon van Noach. Zijne nakomelingen verspreidden zich vooral in het noorden van Azië en in Europa, weshalve de Armeniërs, Meden, Grieken, Thraciërs enz. tot de afstammelingen van Japhet gerekend worden. Arabische sagen noemen hem den stamvader der Turken en Barbaren. Men verhaalt, dat hij 11 zon...

2025-07-25
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Japhet

een der zonen van Noach, waarschijnlijk dezelfde als Japet (Japetus) der Grieken. Volgens de mozaïsche overlevering (Gen. 10: 2; en I Chr. 1: 5) had J. zeven zonen, nl.: Gomer, Magog, Madai, Javan, Tubal, Mesech en Thiras, die met hun kroost het noordweslelijk gedeelte van Azië en tevens Europa bevolkten. Gomer beschouwt men als stamvader...

2025-07-25
Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Japhet

JAPHET. (Schoon, overtuigend.) (De naam van den derden zoon van NOACH.) Een Hebr. woord in de hoogere graden (Sch. R. 21e. en 22e. gr.) voorkomende.