Wat is de betekenis van jachtwachter?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Jachtwachter

m. (-s), (Zuidn.) jachtopziener.

2025-07-25
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

jachtwachter

jachtopziener De jacht is natuurlijk niet geoorloofd. Er zal ons een jachtwachter op de hielen zitten, Bennie heeft hem mij al getoond, hij zwerft rond de hoeve, elke dag, als een vogelschrik of als een geklede reiger, een doodversleten, doodmoede man met rijlaarzen en een tweeloop op de schouder, hij heeft waarschijnlijk in geen twinti...

2025-07-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

jachtwachter

(de, -s) jachtopziener

2025-07-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

jachtwachter

Jachtopziener. (Gall., naar fr. garde-chasse). Smeekvragen van boeren, berichten van jachtwachters, ... het scheen haar schijnbaar sterk te boeien, VAN HEMELDONCK 1945, 70. Zijt gij z’n jachtwachter? Breng me dan dadelijk bij hem, LANGENS 1947, 100. Veel vossen worden op de klem gevangen. De jachtwachters gebruiken daarvoor ... de zw...

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

jachtwachter

m. (-s) jachtopziener.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

jachtwachter

m. (-s), (gew.) jachtopziener.

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten