Wat is de betekenis van Isolement, isolément?

2025-07-28
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Isolement, isolément

I. isolement: afzondering; eenzaamheid, afgelegenheid. II. isolément: afgezonderd; afzonderlijk, op zich zelf.