Wat is de betekenis van isogonaal?

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

isogonaal

isogonaal - Bijvoeglijk naamwoord 1. (wiskunde) gelijke hoeken makend Woordherkomst afgeleid van het Griekse 'gōnia' (hoek) met het voorvoegsel iso- met het achtervoegsel -aal

2025-07-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Isogonaal

gelijke hoeken makend

2025-07-28
Vreemde woorden in de wiskunde

Dr. E.J. Dijksterhuis (1939)

Isogonaal

(< Gr. = gelijk; yoma = hoek). Lett. gelijkhoekig. Math, in: isogonaal verwant t.o.v. de benen van een hoek.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

isogonaal

[→Gr. goonia, hoek], bn., gelijke hoeken makend.

Gerelateerde zoekopdrachten