Isaak (bijbel)
[Hebr. jitshdg, Gen.21,3-6 of jishdg, Amos, 7, 9 en 16; een verkorte naam; betekenis: de godheid moge lachen of heeft gelachen], oudtestamentische figuur, tweede aartsvader, zoon van Abraham en Sara (Gen.21,7). Zijn gestalte is vaag en blijft op de achtergrond, in tegenstelling met Abraham en Jakob. Het beeld in het OT is dat van een nomadenvorst i...