Wat is de betekenis van inzeper?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Inzeper

m. (-s), barbiersleerling.

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

inzeper

(1968) (muz.) assistent van een dirigent. • Een oplossing zou naar onze mening gevonden kunnen worden in de aanstelling van een jonge Nederlander tot assistent-dirigent naar het voorbeeld van de „inzeper" bij het Concertgebouworkest. (Algemeen Handelsblad, 27/11/1968) • Vroeger zat ik te veel vast aan een ideaalbeeld en daardoor re...

Gerelateerde zoekopdrachten