Wat is de betekenis van Inzakken?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Inzakken

(zakte in, is ingezakt), 1. door zijn gewicht dringen in de stof van het steunende vlak of in een onderliggende holte: zware wagens zakken in een losse grond diep in; het water zakte dieper de buis in; 2. (van gewelven, muren, gebouwen enz.) in elkaar zakken, invallen, zakkend zijn verband verliezen; — 3. (hand.) (van koersen, p...

2025-07-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

inzakken

(2002) (voetb.) verslappen; een verdedigende positie innemen. • “Of we niet beter iemand hadden opgeofferd om Vaeyens te neutraliseren? We spelen elke week ons eigen systeem", aldus Lobijn. ,,Bovendien liep hij tussen De Leeuw en Gabriels. Zij hebben zich wat aangepast door Verheyden te laten inzakken. (Het Nieuwsblad, 19/02/2002) &bull...

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

inzakken

inzakken - Werkwoord 1. (intr) door eigen gewicht indringen 2. (intr) in elkaar storten 3. (handel) (van koersen, prijzen, de markt) snel omlaag gaan 4. (medisch) hard achteruitgaan qua gezondheid Woordherkomst samenstelling van in en zakken Verwante begrippen instorten, verzakken

2025-07-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

inzakken

inzakken - regelmatig werkwoord uitspraak: in-zak-ken 1. naar beneden, of in elkaar zakken ♢ die cake is ingezakt toen ik hem te snel uit de oven haalde 2. lager worden ♢ de koersen zijn het laa...

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Inzakken

v., ynsakje; (door ondermijning) ynpoalje.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

inzakken

('in) (zakte in, is ingezakt) 1. in de grond zakken : een gebouw kan -. 2. instorten: de grond is ingezakt. 3. vermoeid, zwak. slap worden : na een inspanning -.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

inzakken

(zakte in, is ingezakt), (onoverg.) 1. door zijn gewicht dringen in de stof van het steunende vlak of in een onderliggende holte; 2. (van gewelven, muren en gebouwen enz.) in elkaar zakken, invallen, zakkend zijn verband verliezen; 3. (handel) (van koersen, prijzen, de markt) teruglopen, lager worden, vallen; 4. (van personen) in elkaar zakken.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Inzakken

INZAKKEN, (zakte in, is ingezakt), in de aarde zakken : zware wagens zakken in een lossen grond diep in; — door het ijs zakken; — (gewelven, muren, gebouwen enz.) instorten; — (hand.) (van koersen, prijzen, de markt) terugloopen, lager worden, vallen; — in elkaar zakken van vermoeidheid (van personen). INZAKKING, v. (-en)...

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten