Wat is de betekenis van Inzagen?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Inzagen

(zaagde in, heeft ingezaagd), 1. beginnen te zagen in ; met een zaag een snede of kerf (in hout) maken : deze balk is niet diep genoeg ingezaagd ; — (boekb.) kleine insnijdingen maken op de rug van het boek om de touwen in te laten; 2. door zagen aanbrengen in: ingezaagde openingen.

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

inzagen

inzagen - Werkwoord 1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van inzien ♢... dat wij inzagen ♢... dat jullie inzagen ♢... dat zij inzagen

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

inzagen

('in) (zaagde in, heeft ingezaagd) 1. door zagen insnijden : planken -. 2. Boekdr. op de rug insnijdingen aanbrengen voor het inbinden : een boek -.

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Inzagen

INZAGEN, (zaagde in, heeft ingezaagd), beginnen te zagen; met eene zaag eene snede of kerf (in hout) maken : deze balk is niet diep genoeg ingezaagd; — (boekb.) kleine insnijdingen maken op den rug van het boek voor het innaaien. INZAGING, v. (-en), het inzagen, de snede.